boorijzer o. (-s) het eigenlijk werkzame deel van een boor.
boorijzer o. (-s) het eigenlijk werkzame deel van een boor. - Het boorijzer kent twee vormen: 1. een halfronde, holle ijzeren staaf, onderaan voorzien van een scherp, schuin lepelvormig blad (lepelboor); 2. een ijzeren staaf met één of twee sneden, eindigende: a. in een schroefpunt (fret-, schroef- of slingerboor), b. in een scherpe p...