bookmakers
(meervoud) [alg.] zie: bookmaker
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
Wiktionary (2019)
bookmakers - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bookmaker
Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)
Makelaars bij wie weddenschappen kunnen worden afgesloten op uitslagen van wedstrijden zoals paardenrennen, windhondenrennen, voetbalwedstrijden, competities enz. In de jaren voor de Eerste Wereldoorlog vestigden zich vele Engelse bookmakers in de kuststreek van België (Oostende) en Nederland (vnl. Middelburg en Vlissingen) in verband met wett...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: