Wat is de betekenis van boog?

2024-04-16
Orthodontisch woordenboek

Dr. H.J. Remmelink (2022)

Boog

Metalen draad die in de slotjes en buizen van een vastzittende beugel wordt bevestigd. Wordt ook wel orthodontische boog genoemd.

2024-04-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

boog

boog - Zelfstandignaamwoord 1. een wapen waarmee een pijl weggeschoten kan worden -> handboog Meer dan 500 kostuums en rekwisieten die gebruikt zijn in de vier films over The Hunger Games worden op 20 mei in Los Angeles geveild. Onder de spullen bevindt zich ook de boog van Katniss, de heldin van...

2024-04-16
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

boog

boog - zelfstandig naamwoord 1. strook hout waarvan de uiteinden met een draad aan elkaar gebonden zijn ♢ met zijn boog schiet hij deze pijl wel 20 meter weg 1. de boog kan niet altijd gespannen zijn [je kunt ni...

2024-04-16
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

boog

Een boog is een constructie om te ondersteunen en/of ruimtes te overspannen; bij gemetselde bogen wordt er tijdens het construeren op een z.g. formeel gewerkt, dat later weggehaald wordt; zo’n formeel is een hulpconstructie van hout (1) of metaal in de vorm (1) van de te metselen boog; men onderscheidt bijv. rondboog, spitsboog.

2024-04-16
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Boog

1. een schietwerktuig waarmee pijlen naar de vijand of prooi worden afgeschoten. Enige bekende soorten waren de handboog, kruisboog en voetboog. Bij primitieve stammen worden pijl en boog nog gebruikt, in onze maatschappij wordt het boogschieten alleen nog als sport beoefend; 2. in de wiskunde: deel van een kromme lijn. Is de kromme lijn een cirk...

2024-04-16
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

boog

boog - mann. lid (vgl. ook pijl). Met eenmael was dien stout en Bengel niet tevreeden, Zijn koelen hoofd dat was zoo nat besproeid, Zijn boog was gespannen en hij raekte nog wat verder. Haer Roosje wierd op lange laest zoo nouw, Het Vermakelijke VrouweTuyntje 31 [2e h. 18e e.?].Hierbij: zijn boog afschieten, een orgasme krijgen, klaarkomen. Zy een...

2024-04-16
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

boog

boë, wapen om pyle mee af te skiet; egalige krom welwing oor ruimte; reëlmatige krom lyn; boog op, spog met.

2024-04-16
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Boog

arcus, zo worden allerlei gewelfde of gebogen organen of delen van organen genoemd. Aortaboog (arcus aortae), gehemelteboog (arcus glossopalatinus), ribbeboog (arcus costarum).

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-16
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Boog

s., bôge; een — maken, bôgje.