Bona fide
Met goede (te goeder) trouw.
John Kooy (1933)
in goed vertrouwen, rechtsgrond bij betwisting, b.v. v/d geldigheid v. koop v. iemand, die Bona dea. niet de eig. is v/h gekochte.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Bona fide - bet. in ’t algemeen: „te goeder trouw”. Bij de Rom. juristen komt de term voor in deze verbindingen: 1) bonae fidei possessio, het bezit eener zaak, waarop men meent recht te hebben, ook al behoort zij een ander toe; 2) obligatio bonae fidei, de verbintenis welke een vrijere beoordeeling door den rechter, een rekening houden met de eisc...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: