Wat is de betekenis van Bolwerken?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bolwerken

bolwerken - Werkwoord bolwerken - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bolwerk

2024-04-25
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

bolwerken

1. Vroeger een veelal rond verdedigingswerk voor of buiten een stadsmuur of -omwalling. 2. Later gebruikt als synoniem voor bastion. 3. Ook in het algemeen wel gebruikt voor een belangrijk, niet nader gedefinieerd verdedigingswerk. (Stichting Menno van Coehoorn)

2024-04-25
XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Bolwerken

Bolwerken - Bij de uitbreidingen* in de 17de eeuw werd A. omgeven met een vestingwal, voorzien van poorten*, een gracht, torens en 26 bolwerken: een hecht, massief en beproefd verdedigingswerk dat de stad meer dan twee eeuwen omsloten heeft. De bolwerken zijn echter na 1825 successievelijk verdwenen en later, na 1870, toen de herleving van de stad...

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bolwerken

v., bolwurkje; het niet meer kunnen —, it net mear opdykje kinne, forwaeid reitsje.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bolwerken

(bolwerkte, heeft gebolwerkt), 1. (veroud.) met bolwerken voorzien, verschansen. 2. een schip in zee bolwerken, de goederen of de last in een schip verleggen. 3. hij zal het wel bolwerken, klaar spelen, tot stand brengen; (ook) uithouden; — (gew.) er niet tegen kunnen bolwerken, niet tegen opgewassen zijn.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bolwerken

bolwerkte, h. gebolwerkt (verschansen, versterken, vero.; inz. fig. het klaarspelen, in orde brengen): hij zal het wel bolwerken.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bolwerken

('bol) (bolwerkte, heeft gebolwerkt) 1. Veroud. met een bolwerk versterken. 2. gedaan krijgen, klaar spelen: hij zal het wel -.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bolwerken

(bolwerkte, heeft gebolwerkt), 1. een schip in zee bolwerken, de goederen of de last in een schip verleggen; 2. klaarspelen, tot stand brengen; (ook) uithouden: hij kan het niet bolwerken.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)