Wat is de betekenis van bolus?

2024-04-20
AI woordenboek

ChatGPT (2023)

bolus

Bolus kan verwijzen naar: - (medisch) een dosis medicatie die snel en direct wordt toegediend, bijvoorbeeld de snelle intraveneuze toediening van een medicijn; - (voeding) een zoet broodje of broodje gevuld met rozijnen, kaneel of banketbakkersroom, vooral populair in Nederland en België.

2024-04-20
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

bolus

Het begrip bolus heeft 5 verschillende betekenissen: 1) Zeeuws koffiebroodje. Zeeuws koffiebroodje met stroop en kaneel, dat men bereidt door een soort brooddeeg in een min of meer spiraalvormige sliert op te rollen en vervolgens in de oven te bakken. 2) drol. drol of hoopje uitwerpselen. 3) vettige klei. vettige kleiaarde di...

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

bolus

1) (1902) (eig. rond gebak) (Barg. Rotterdam, Den Haag) kop. • Ze weten dat ze onmiddellijk bij Allah in ’t Paradijs komen; want iemand die zoo opeens dood gaat is getuige van Allah's grootheid. Zoo ook als hij een pan op zijn bolus krijgt in een straat waar ze huizen bouwen. (Tjeerd Flappuith: Toen ik Indisch student was....

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bolus

bolus - Zelfstandignaamwoord 1. (Jiddisch-Hebreeuws) (voeding) bepaald zoet gebak, een soort koffiebroodje, bijvoorbeeld gemberbolus Geef mij maar eens een lekkere bolus! 2. (Jiddisch-Hebreeuws) drol Woordherkomst Herkomst: Jiddisj (vernederlandste vorm) Verwante begrippen...

2024-04-20
Jargon & Slang van Studenten

Marc De Coster (2017)

Bolus

Bolus - hoofd. Eig. plat rond gebak.

2024-04-20
Culinair van a tot z

Peter Joh. M. Zuidweg (2016)

bolus

Gistdeeggebak waarbij het vulsel in het tot lange repen gesneden deeg in een slakkenhuisvorm wordt opgebonden. Het wordt bestrooid met suiker en kaneel en daarna gebakken. Bekend zijn de ‘‘Zeeuwse bolussen’.

2024-04-20
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

bolus

(mv. van Jidd. bole < Sp. bola of bollo, bolletje; Koosjer Nederlands wijst op het interessante verspreidingsgebied van het woord: Amsterdam, waar de Sefardim het brachten en Zeeland en de Achterhoek, waar men het waarschijnlijk in de 16de eeuw rechtstreeks van de Spanjaarden heeft overgenomen), plat rond gebak in drolachtige spiraalvorm, bestaa...

2024-04-20
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

bolus

1) Een flinke hoeveelheid poep; 2) een toegediend geneesmiddel. Een fecesbolus (erg grote drol) kan pijn bij het poepen geven. Iemand met diabetes krijgt soms veel van een medicijn ineens toegediend: een prik met een ‘insulinebolus’. En dan is er nog een smakelijke betekenis: een bolus is ook een Zeeuws zoet broodje met kaneel erop, dat vooral in Z...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Nederlands Logopedisch Lexicon

L.J.M. Bogaert (2007)

Bolus

(m.), in de mond gevormde spijsbrok die in zijn geheel de slokdarm passeert