Wat is de betekenis van bolleboos?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bolleboos

bolleboos - Zelfstandignaamwoord 1. (Jiddisch-Hebreeuws) iemand die ergens in uitmunt, slimmerik, een zeer intelligent persoon Mijn teamgenoten zien mij niet als een bolleboos. Woordherkomst Herkomst: Jiddisj (vernederlandste vorm) Synoniemen genie Verwante begrippen...

2024-03-29
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

bolleboos

(< Jidd. ballebos < Hebr. baal ha bajis, heer des huizes), zeer begaafd persoon, m.n. zeer begaafd kind: Als ik als kind wel eens mee moest naar de winkel, deden ze altijd vals-poeslief met mij. ‘Wat is hij groot geworden!’, zeiden ze dan tot mijn moeder, op mij wijzend (terwijl ik vrij klein van gestalte was gebleven). ‘Hij...

2024-03-29
Woordenboekje Nederlandse Jiddisch

H. Beem (1975)

Bolleboos

iemand, die bijzonder flink of begaafd is; in het Nederlands overgegaan zie balboos.

2024-03-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Bolleboos

(joodse uitdrukking, eigenlijk: heer des huizes), iemand die uitmunt,

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bolleboos

s., útljochter, ûtblinker.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bolleboos

m. (...bozen), 1. iem. die uitstekend begaafd is, bijzonder in iets uitmunt. 2. (Barg.) baas; burgemeester.

2024-03-29
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

bolleboos

zie: bollebof.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bolleboos

m. bollebozen (wisselvorm van bollebuis of uit Hebr. heer des huizes, kraan, bol): daarin is hij een bolleboos!

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bolleboos

(bolle'bo:s) m. (...bozen) [Jodenduits] hij die in iets uitmunt : hij was een op school.