Wat is de betekenis van bollebof?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

bollebof

(1858) (Barg.) directeur van de gevangenis; baas; commissaris van de politie; ook voor iemand die we tegenwoordig een VIP noemen. 'De bollebof van de keet' is de chef van de zaak. Soms ook: de baas op het werk of de baas thuis. • (Moormann: Bronnenboek. 1858) • P. mellogemde (werkte) dat het een lust was, maar na verloop van eenigen tij...

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bollebof

bollebof - Zelfstandignaamwoord 1. (Jiddisch-Hebreeuws) baas 2. (Jiddisch-Hebreeuws) politiecommissaris|commissaris van politie Woordherkomst Herkomst: Bargoens

2024-04-25
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

bollebof

grote meneer; hoogste in rang; kastelein In 1858 voor het eerst opgetekend, in het levensverhaal dat ‘een ontslagen gevangene’ vertelde aan mr. C.J.N. Nieuwenhuis. Bollebof wordt hier gebruikt in de betekenis ‘commandant, directeur van een gevangenis’. In 1860 omschreef M. Verwoert, indertijd directeur van een gevangenis te Utrecht, bolle...

2024-04-25
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

bollebof

(< Jidd. ballebos < Hebr. baal ha bajis, heer des huizes), 1. iem. die heel belangrijk is, grote meneer: Hij voelde zich ... kiplekker, de getapte jongen, de bollebof van de tooneelclub, HERMUS 168; 2. kroegbaas: In de Zaterdagsche volte van een kroeg, in de norsche opdringing van kerels rond de toonbank van den bollebof, STOKVIS1 47; 3. baas...

2024-04-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Bollebof

[v. Jidd. baäl habojes, van Hebr. baäl habait = heer des huizes] 1 (Barg.) huisbaas, baas, kastelein; ook: chef, politiecommissaris (bollebof van de bezaar), rechter, gevangenisdirecteur; 2 (gemeenzaam) geluksvogel (associatie met boffen); 3 bolleboos.

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Bollebof

baas (Barg.); politiecommissaris (Barg.)

2024-04-25
Woordenboekje Nederlandse Jiddisch

H. Beem (1975)

Bollebof

Bargoense verbastering van bolleboos; commissaris van politie, baas.

2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Bollebof

(Barg.) baas, vooral kroegbaas

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bollebof

m. (-s), (diev.) baas; in ’t bijz. directeur ener gevangenis; bollebof van de bezaar, commissaris van politie.