bokkenwagen
Zware, logge fiets. Vgl. gaspijpenfiets. Frans: un vieux clou. Kinderen aan de hand, honden in de mand, mensen aan de kant, alles uit de kast, kissmiss. Al reed ik op een bokkewagen. (de Volkskrant, 04/11/1996)
Marc de Coster (2009)
Zware, logge fiets. Vgl. gaspijpenfiets. Frans: un vieux clou. Kinderen aan de hand, honden in de mand, mensen aan de kant, alles uit de kast, kissmiss. Al reed ik op een bokkewagen. (de Volkskrant, 04/11/1996)
Jan Luitzen (2009)
(de; -s) veroud. - logge, zware fiets • In 1905 won Louis Trousselier in de Tour de France vijf etappes. Hij deed dat, zoals Jan Janssen het noemt, op een ‘bokkenwagen’. (WALGR) • Zo’n zware fiets met dikke pijpen/buizen, een ‘bokkenwagen’, werd ook wel een ‘gaspijpenfiets’ genoemd. (ZOMEG)
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), wagentje met één of twee bokken bespannen, of daartoe geschikt; — een mooi span voor een bokkenwagen, van een getrouwd of verloofd paar gezegd, dat er zonderling uitziet.
J.H. van Dale (1898)
BOKKENWAGEN, m. (-s), wagentje met één of twee bokken bespannen, of daartoe geschikt; — een mooi span voor een bokkenwagen, van een getrouwd of verloofd paar gezegd, dat er zonderling uitziet.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: