Wat is de betekenis van bokaal?

2024-04-25
AI woordenboek

ChatGPT (2023)

bokaal

Bokaal is een Nederlands woord voor een glazen of kristallen beker of karaf met een voet, vaak met een metalen of houten deksel. Dit soort bekers wordt vaak gebruikt om dranken te serveren of te bewaren, of om prijzen uit te reiken. Bijvoorbeeld: "Hij won de bokaal voor de beste wijn," of "Ze zette de limonade in een bokaal met ijs...

2024-04-25
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

bokaal

Het begrip bokaal heeft 5 verschillende betekenissen: 1) sierbeker op een voet. grote beker op een voet, die versierd kan zijn met afbeeldingen of opschriften en vaak van glas of kristal gemaakt is (maar ook wel van metaal of edelmetaal) en die nu meestal als kostbaar kunstvoorwerp of pronkstuk dient en soms nog in de kerk gebruikt wordt, ma...

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bokaal

bokaal - Zelfstandignaamwoord 1. groot sierglas of sierbeker op een voet waaruit meerdere mensen kunnen drinken De tentoonstelling geeft een interessante inkijk in de privé-levens van de getoonde kunstenaars. Er is een bokaal te zien die Charles Robert Ashbee in 1893 cadeau gaf aan zijn homoseksuele...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bokaal

bokaal - zelfstandig naamwoord uitspraak: bo-kaal 1. vaas van metaal, die je als prijs kunt winnen ♢ de bokaal ging naar de winnaar van de race Zelfstandig naamwoord: bo-kaal de bokaal d...

2024-04-25
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

bokaal

glazen pot (met of zonder deksel) De Française, 'un charmant petit monstre' (L'Express), stuurde ooit een bokaal met dierentestikels naar een journalist omdat ze zijn recensie in Libération niet pikte. (De Standaard) Goudvissen, confituur en snoep kunnen in een bokaal zitten in België. Belgisch-Ned...

2024-04-25
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

bokaal

(de, -bokalen) inmaakpot, inmaakfles, potje, weckglas. Jochen Verhoeven uit Geraardsbergen wint een bokaal erwtjes en worteltjes. - HN, 17-03-2001.

2024-04-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Bokaal

[v. Fr. bocal = vroeger, glas met dikke buik, van lt. boccale, van Lat. baucalis = lemen vat om vloeistof koel te houden, van Gr. baukalis = vaatwerk] grote drinkbeker op voet, vaak met deksel; ook: wijdmondige fles of glazen kom voor vloeistoffen.

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Bokaal

grote drinkbeker; glazen fles met wijde opening; hoofdprijs

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

bokaal

(Glazen) pot(je), inmaakfles, weckfles; jampot; ook: (vis)kom. «Laat het beestje toch in het water zwemmen en zich amuseren.» Hij had schoon klappen, ik wilde het in een bokaal hebben en mee naar huis nemen, LIA TIMMERMANS 1962, 64. Ik at een bokaaltje pekelharing leeg en ging slapen, LAUWENS 1973, 159. Spruiten in bokaal, Koerier...