Wat is de betekenis van Boeteling?

2024-04-20
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

boeteling

iemand die boete doet. iemand die boete doet voor een begane zonde, vooral door een aan zichzelf of een door anderen opgelegde straf te ondergaan. Voorbeelden: De boeteling ontkleedde het bovenlichaam en werd door een broeder zo lang gegeseld, als de leider van de zitting had bepaald. http://www.herman.lenting.freeler.nl/dagelijks...

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

boeteling

boeteling - Zelfstandignaamwoord 1. (religie) iemand die boete doet Woordherkomst Naamwoord van handeling van boeten met het achtervoegsel -ling met het invoegsel -e-

2024-04-20
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

boeteling

iem. wat boete doen; iem. wat straf ondergaan.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Boeteling

m. en v. (-en), die boete doet; die zonde bekent en zich bekeert; misdadiger die straf lijdt; — (dicht.) het verblijf der boetelingen, de hel, de onderwereld.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

boeteling

m. en v. boetelingen (persoon, die boete doet), vr. ook, boetelinge, boetelingen.

2024-04-20
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Boeteling

Boeteling - (poenitent), naam voor hen, die in de oude Kerk tot kwijtschelding hunner zonden openbare boete deden (zie Biecht). Zij waren, in het Westen althans, kenbaar aan kleeding en kortgesneden haar. In het O. werden de openbare boetelingen in de 3e en 4e eeuw verdeeld in verschillende klassen: de weenenden, die nog in het voorportaal der kerk...

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

boeteling

('boetәling) m. (-en) 1. Algm. hij die boete doet voor begane zonden. 2. Inz. M. E. hij die openlijk boete doet.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Boeteling

m. (-en), de benaming in de vroeg-christelijke kerk van hen die openbare boete deden om vergeving van bepaalde zonden en wederopname in de kerkgemeenschap te verkrijgen. Boetelingen waren kenbaar aan eenvoudige en verwaarloosde kleding en kort geknipt haar. In het Oosten vormden zij een aparte klasse, de zgn. ‘horenden’, later onderverd...

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)