Wat is de betekenis van Boeman?

2024-04-20
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

boeman

boeman - Zelfstandignaamwoord 1. een denkbeeldig wezen dat als schrikbeeld dient Veel kinderen geloven in boemannen. Woordherkomst samenstelling van boe en man

2024-04-20
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Boeman

De verklaring van het woord boeman is al heel eenvoudig. Een boeman is een man die boe! roept en daardoor kinderen bang maakt. De namen van dergelijke kinderverschrikkers zijn veelal ontleend aan de geluiden die zij heten voort te brengen. In de ene streek kent men de bommelman of bommelaar, in de andere de buzeman, de boesoppert en weer elders de...

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Boeman

s., sjamme, bitebau.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Boeman

m., spook, denkbeeldig wezen waarmee men stoute kinderen bang maakt of naar bed jaagt; bietebauw, bullebak; persoon die als schrikbeeld dienst moet doen: de boeman spelen; voor boeman dienen.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

boeman

m. (bietebauw, baas kinderschrik; fig. persoon of zaak, die als schrikbeeld moet dienen): pas op, ik zal den boeman roepen!

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

boeman

('boe) m. (-nen) [klnb. boe boe] 1. Eig. bietebauw : pas op, ik zal de roepen? 2. Metf. iets of iemand die als schrikbeeld dienst moet doen ; Otto moet weer de zijn?

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Boeman

m. (-nen), 1. spook, denkbeeldig wezen waarmee men stoute kinderen bang maakt; bietebauw, bullebak; 2. persoon die als schrikbeeld dienst moet doen: de boeman spelen; voor boeman dienen.