Wat is de betekenis van boekhouder?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

boekhouder

iemand die de boekhouding doet. iemand die voor zijn werk verantwoordelijk is voor de financiële afhandelingen van een bedrijf, organisatie, onderneming of soms ook van een huishouden; iemand die voor zijn werk de boekhouding van een bedrijf of organisatie op orde houdt. Voorbeelden: Een boekhouder verzorgt niet louter de boekho...

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

boekhouder

(1906) (Antwerpen, sch.) iemand die boeken ontleent, maar ze niet terugbrengt. • Boekhouder, Schertsend gezeid van iemand die boeken ontleent en ze houdt, niet teruggeeft. (Jozef Cornelissen & Jan Baptist Vervliet: Idioticon van het Antwerpsch dialect. Aanhangsel. 1906)

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

boekhouder

boekhouder - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) iemand die de inkomsten en uitgaven van een organisatie bijhoudt Mijn vader is boekhouder. Vroeger hielp ik hem vaak met het sorteren van bonnen op datum. Het was een bevredigend proces om van de kluwen papieren briefjes uit de schoenendoos uiteindelijk e...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

boekhouder

boekhouder - zelfstandig naamwoord uitspraak: boek-hou-der 1. iemand die voor zijn beroep de inkomsten en uitgaven van een bedrijf bijhoudt ♢ de boekhouder heeft de winst berekend Zelfstandig naamwoord: boek-hou-der ...

2024-04-26
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

boekhouder

boekhouder - Zij die boekhouden maar niet officieel zijn geschoold in financiële administratie.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Boekhouder

s., boekhâlder.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Boekhouder

m. (-s), BOEKHOUDSTER, v. (-s), 1. iem. wiens beroep het is voor een koopman, een instelling, een maatschappij enz. boek te houden; 2. bestuurder ener rederij, die de gezamenlijke reders in en buiten rechte vertegenwoordigt en het beheer voert.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

boekhouder

m. boekhouders (iem., wien het is opgedragen, wiens beroep het is, voor een koopman, maatschappij enz. boek te houden).