Wat is de betekenis van Boegstag?

2025-11-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Boegstag

o. (-en), ieder der dikke touwen, nabij de kraanbalk buiten boord vastzittende, die de boegspriet zijdelings steunen.

2025-11-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Boegstag

s., boechstaech.

2025-11-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

boegstag

o. boegstagen (aan weerszijden buiten boord vastzittende steuntouwen van de boegspriet).

2025-11-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

boegstag

(’boech) o. (-en) een der steuntouwen die buiten boord, aan beide kanten van de boegspriet, zijn bevestigd.

2025-11-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Boegstag

o. (-en), elk van de dikke touwen die nabij de kraanbalk buiten boord vastzitten en die de boegspriet zijdelings steunen.

2025-11-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Boegstag

BOEGSTAG, o. (-en), dikke touwen, nabij den kraanbalk buiten boord vastzittende, die den boegspriet zijdelings steunen; ...STUK, o. (-ken), kanon aan den boeg; balk tot den boeg gebruikt; ...TOUW, o. (-en), meertouw aan de voorzijde van een schip; ...WATER, o. het water dat bij eenigszins snelle vaart tegen den boeg oploopt en langs het schip al...

2025-11-19
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Boegstag

z.n.o. - Touwwerk, dienende om den Boegspriet zijdelings te steunen.

Gerelateerde zoekopdrachten