Wat is de betekenis van boeg?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

boeg

boeg - Zelfstandignaamwoord 1. (scheepvaart) de voorkant van een schip Als ik de haven van Philadelphia binnenrijd, torent de elegante boeg torenhoog boven de kade uit. Ik ben hier voor een bezoek aan de SS United States, een gigantisch stoomschip dat ooit het ultieme symbool was van reizen in groots...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

boeg

boeg - zelfstandig naamwoord 1. het voorste, gebogen deel van een schip ♢ we voeren met de boeg door hoge golven 1. iets voor de boeg hebben [nog in het vooruitzicht hebben] 2....

2024-04-25
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Boeg

1. een rivier in de Oekraïne. Zij is 857 km lang en mondt uit in de Zwarte Zee; 2. in Polen een rechterzijrivier van de Weichsel met een lengte van 725 km.

2024-04-25
Watersport A-Z

Kramer en de Bruin (1971)

Boeg

Boeg - I. Voorste deel van een vaartuig. -sBoeggolf, → Voorsteven. 2.Gang of plank van de scheepshuid. 3. Een zeilboot ligt over bakboord(sboeg) of over stuurboord(sboeg) wanneer het grootzeil naar BB of naar SB uitstaat.

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

boeg

boeë, voorste toespitsende gedeelte van ‘n skip.

2024-04-25
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Boeg

is de voor-buitenkant van de borst. Hier ligt het boeggewricht of schoudergewricht, dat de verbinding vormt tussen schouderblad en opperarmbeen (z. Exterieur).

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Boeg

s., boech; voor de — hebben, foar hannen, foar de stjûne, foar ’t mad, mêd hawwe; het over een andere — gooien, it oer in oare boech smite, it der op oerlizze.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Boeg

m. (-en), 1. het voorste gedeelte van de romp van een schip dat uitloopt in de steven; ook de ruimte daarin (vgl. ziekenboeg) ; — met de boeg in de wal liggen, naar de wal gericht; — met de boeg recht in de wal lopen, recht op het land aansturen; — voor de boeg afkomen, vóór wind of stroom...