Wat is de betekenis van Boefachtig?

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Boefachtig

bn. bw. (-er, -st), als (van) een boef.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

boefachtig

bn. en bw. (-er, -st) van, als (van), eigen aan, betreffende een boef : -e manieren; zich aanstellen.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Boefachtig

bn. en bw. (-er, -st), als (van) een boef.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Boefachtig

BOEFACHTIG, bn. bw. (-er, -st), schelmsch; op scheimsche wijze. BOEFACHTIGHEID, v. schelmachtigheid.

Gerelateerde zoekopdrachten