Wat is de betekenis van Boef?

2024-04-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

boef

1) (19e eeuw) (Utrecht, stud.) niet corpslid. Syn.: boender*; bourgeois*; knor*; pluis*; pooier*; profaneling*; provinciaal*; varken*. • Boef, (stud.) student niet corpslid. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899) • (Jac. van Ginneken: Handboek der Nederlandsche taal. 1914) •...

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

boef

boef - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die zich onbehoorlijk of misdadig gedraagt - De boeven werden op heterdaad betrapt. - Hij was zowel boef als bevrijder. Tijdens het bestuur van de rechtse Boigny, een stamhoofd en de zoon van een rijke plantagehouder,...

2024-04-24
Jargon & Slang van Studenten

Marc De Coster (2017)

Boef

Boef - een van de vele termen voor een niet-corpslid. Eng. barb, hallman; Du. Kamel.

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

boef

boef - zelfstandig naamwoord 1. iemand die slechte dingen doet ♢ de politie achtervolgt de boef 2. ondeugend kind ♢ die Bas is een echte boef! Zelfstandig naamwoord: boef ...

2024-04-24
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Boef

Boeven zijn in de droom mensen, die ons willen oplichten. We zouden wantrouwig moeten worden, wanneer er een boef verschijnt.

2024-04-24
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

boef

I. Als tw. en bijw. Ter nabootsing van een doffe slag, of ter aanduiding van iets dat plotseling gebeurt. Vandaar ook als bijw.: plotseling, ineens. Tot ze hoorden schieten ginder bij het dorp. De kermis was boef gedaan, OP DE BEECK 1947, 85. II. Als znw. In de verb. op de (wilde) boef, op goed geluk af. Samen met den secretaris... trokk...

2024-04-24
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

boef

boewe, skurk, skelm; deugniet.

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Boef

s., boef.

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)