Wat is de betekenis van bochel?

2024-04-18
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bochel

bochel - Zelfstandignaamwoord 1. een onnatuurlijk vergroeiing van de wervelkolom die tot een vervormde rug leidt De van Shakespeares drama bekende mismaakte koning Richard III had toch geen bochel of horrelvoet. Dat betogen Britse medische wetenschappers in het tijdschrift The Lancet na onderzoek naa...

2024-04-18
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bochel

bochel - zelfstandig naamwoord uitspraak: bo-chel 1. bult op de rug door vergroeiing ♢ de vrouw met de bochel, liep met een stok Zelfstandig naamwoord: bo-chel de bochel de bochels...

2024-04-18
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

bochel

Zie (ook) kyfose

2024-04-18
Lexicon van het bijgeloof

Walter Gerlach (2000)

Bochel

Het imago van een gebochelde varieerde van onheilspellend en boosaardig in de oudheid en ook in de eerste eeuwen van het christendom, toen er met een grote boog om hem heen werd gelopen omdat hij door de Goden respectievelijk door God gebrandmerkt was en over kwade krachten scheen te beschikken, tot gelukaanbrenger in de moderne tijd. Küpper ...

2024-04-18
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Bochel

Heeft niets te maken met de lichamelijke mismaaktheid. Degene die in de droom een bochel heeft, hoopt erop om met een rugzak vol geluk thuis te komen. Degene die in de droom iemand met een bochel ziet, zou er moeite voor moeten doen om zich intensiever met zichzelf bezig te houden en niet al te zeer de fouten van anderen te kritiseren.

2024-04-18
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

bochel

vervorming van de wervelkolom in het borstgedeelte, waarbij de natuurlijke kromming abnormaal versterkt is.

2024-04-18
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Bochel

gibbus, een abnormale sterke kyfose, (vaak gepaard met scoliosis: kyfoscoliosis); wanneer de kromming geleidelijk is, spreekt men van een boogbochel (arcuaire gibbus), bij knikking van een hoekbochel (angulaire gibbus); in het laatste geval is de oorzaak bijna steeds een tuberculeuze osteomyelitis van één of meer wervellichamen (ziekt...

2024-04-18
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bochel

s., bochel, buchel, bult.

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-18
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)