Wat is de betekenis van blokker?

2024-03-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

blokker

(16e eeuw) (inf.) iemand die ijverig studeert, werkt. Kijk ook onder blokken*. • ’t Is een blokker. Zo zegt men van ymand, die zich met arbeid en neerstigheid op ’t studeeren, of eenige diergelyke bezigheid, legt: Ziet van blokken de Fakkel, bladz. 36, in blok. Van een noest arbeidsman zegt men, ’t Is een werkuil. Zoude dat n...

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

blokker

blokker - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die hard studeert. Hij was een echte blokker die al weken voor zijn examen heel hard aan het studeren is. 2. verkorting van blokkeerder. Hij gebruikte bèta-blokkers tegen hoge bloeddruk. Woordherkoms...

2024-03-28
Marc De Coster

Marc de Coster (2007)

Blokker

Blokker -geneesmiddel dat het effect van een bepaalde scheikundige reactie in het lichaam tenietdoet. Vb.: bètablokker.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Oosthoek Encyclopedie supplement

Oosthoek (1972)

Blokker

vm. Ned. gemeente in de prov. Noord-Holland. Blokker werd per 1.1.1979 verdeeld over de gemeenten → Drechterland en → Hoorn.