Wat is de betekenis van bloemrijk?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bloemrijk

bloemrijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. met veel bloemen Heb je geen balkon en zelfs geen plek voor een stoeptegeltuintje? Sluit je aan bij guerrilla-gardeners die in kortdurende acties bloemrijke tuintjes aanleggen op verwaarloosde plekken zonder groen. Nog zo’n sympathiek actiemiddel is om op veronach...

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bloemrijk

adj., blommich, blomryk.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bloemrijk

bn., rijk aan bloemen; meest fig.: een bloemrijke stijl.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bloemrijk

bn. (rijk aan bloemen), fig. bloemrijke taal, met „mooie” vergelijkingen, beelden, figuren.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bloemrijk

('bloem) bn. en bw. 1. rijk aan bloemen. 2. rijk aan figuren: een -e stijl.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bloemrijk

bn., rijk aan bloemen; (meestal fig.) een bloemrijke stijl, taal, met veel stijlfiguren en beeldspraak.

2024-04-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bloemrijk

BLOEMRIJK, bn. rijk aan bloemen; (ook fig.) een bloemrijke stijl; ...RUIKER, m. (-s).