bloempje
bloempje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bloem Woordherkomst Afgeleid van bloem met het achtervoegsel -pje Synoniemen [1] bloemetje
Wiktionary (2019)
bloempje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bloem Woordherkomst Afgeleid van bloem met het achtervoegsel -pje Synoniemen [1] bloemetje
Marc de Coster (2004)
Maagdelijkheid. In de achttiende eeuw ook wel als reinheid of tederheid omschreven. Seks voor het huwelijk is tegen de wil van God en schaadt de reinheid van lichaam en geest, vinden ze en ze hebben gezworen hun bloempje te bewaren voor de eerste huwelijksnacht. De Morgen, 28-03-96
Veerman (1954)
1. (plantk.) De bloem van de Composieten (b.v. zonnebloem, madeliefje) is eigenlijk een bloeiwijze (nl. een hoofdje). De afzonderlijke bloemen van zo'n hoofdje noemt men dan ter onderscheiding bloempjes. 2. (veet.) Een kleine witte aftekening op het voorhoofd van een paard.
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-s), 1. kleine bloem; (zie voorts bij Bloem); 2. (gew.) blauwe bloempjes, praatjes voor de vaak ; 3. kleine kol (bij paarden).
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Bloempje - Een klein wit vlekje op het voorhoofd bij het paard: Is de vlek iets grooter dan heet zij k o l.
J.H. van Dale (1898)
BLOEMPJE, o. (-s), kleine bloem; (gew.) het zijn maar blauwe bloempjes, losse vertellingen; — kleine kol (bij paarden).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: