Wat is de betekenis van bloemkooloor?

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

bloemkooloor

(1961) (med. sp.) (door herhaalde slagen) misvormde oorschelp. Vooral bij boksers. Vgl. Engels: 'cauliflower ear' en Frans: 'oreille en chou-fleur'. • De begrafenisondernemer heeft een bloemkooloor... (Hollands Weekblad. 1962) • Zijn haar was pas geknipt en vermoedelijk had de kapper het wat al te voorzichtig...

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bloemkooloor

bloemkooloor - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch) misvorming aan de oorschelp door beschadiging van het kraakbeen waardoor dit het bolle uiterlijk van een bloemkool krijgt, vooral voorkomend bij vechtsporten als boksen en rugby. Woordherkomst samenstelling van bloemkool en oor Synoniemen schrompeloor, boksersoor

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bloemkooloor

bloemkooloor - zelfstandig naamwoord uitspraak: bloem-kool-oor 1. misvormde oorschelp ♢ boksers hebben vaak een bloemkooloor Zelfstandig naamwoord: bloem-kool-oor het bloemkooloor de blo...

2024-04-20
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

bloemkooloor

Een oorschelp die zo vaak is beschadigd, dat hij niet mooi is hersteld en een rare vorm heeft gekregen. Zo’n misvorming komt veel voor bij mensen die een ruwe sport beoefenen, zoals boksen en rugby. Doordat het oor steeds wordt beschadigd, gaat het kraakbeen erin kapot en lijkt het oor steeds meer op een bloemkool, met allemaal bleke bobbels. De g...

2024-04-20
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Bloemkooloor

een misvormde oorschelp.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bloemkooloor

o. (-oren), misvormde oorschelp, vaak opgelopen bij boksen.

2024-04-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)