Wat is de betekenis van blo(de)?

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

blo(de)

bn., bw.; bloder, bloodst (1 vreesachtig, laf; 2 beschroomd, bedeesd): 1. zegsw. Beter blo (de) Jan, dan do(de) Jan, beter lafhartig, dan dood; 2. een blode maagd.