Wat is de betekenis van bliksemschicht?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Bliksemschicht

(1986) (de -) (Rotterdam) bijnaam van het woongebouw aan de Abraham van Rijckevorselweg, DWL-terrein. • (Jan Oudenaarden: De terugkeer van Opoe Herfst. 1986) • We krijgen ook bijnamen van gebouwen en plekken te horen die voor mij allemaal nieuw zijn: BiBa1 en BiBa2 (binnengebied/buitengebied), De Hockeystick, De Kamelen, De Blik...

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bliksemschicht

bliksemschicht - Zelfstandignaamwoord 1. bliksem die door de hemel schiet Het luchtschip doorkliefde een wolkendek waaruit bliksemschichten opvonkten. 2. (figuurlijk) plotselingen inval ‘En daar in het schijthuis van het klooster werd ik als door een bliksemschicht...

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bliksemschicht

m. (-en), hetz. als -flits.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bliksemschicht

BLIKSEMSCHICHT, m. (-en); ...SLAG, m. (-en), het treffen of getroffen worden door den bliksem; slag na den bliksem; — (plat) booswicht, schavuit; ...SNEL, bn. zoo snel als de bliksem, zeer snel; ...STRAAL, m. (...stralen), bliksem; (fig.) hare oogen schoten bliksemstralen van woede; — (plat scheldwoord) deugniet, lamme, beroerde vent.

2024-04-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)