blein
blein - Zelfstandignaamwoord 1. (België)blaar ♢ Hij heeft een blein op zijn hand,
Peter Bakema (2003)
(de, -en) blaar. Het zal dan vandaag de eerste keer worden, want rond de Botrange moet de verzorger ingrijpen en Dirks allereerste blein verzorgen. - BvL, 23-04-2001.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-en), 1. met bloed belopen striem; lange blaar; 2. draaiziekte bij schapen; (spr.) met de droge bleinen liggen, geen geld meer hebben.
Dr. L.M. Metz (1937)
Blaar. Vocht tusschen opperhuid en lederhuid. Bleinen op de handen door het roeien.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
blein, v./m. (-en), 1. met bloed belopen striem; lange blaar; 2. draaiziekte bij schapen; (spr.) met de droge bleinen liggen, geen geld meer hebben.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: