Wat is de betekenis van blauwe?

2024-04-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

blauwe

1) (1922) (scheldw.) Indo. In Ned.-Indië meestal door volbloed Hollanders of Totoks gebruikt. Soms ook binnen de Indo-groep om een Indo met wat te veel verbeelding op zijn nummer te zetten. Vaak wordt er een specificatie aan toegevoegd: 'blauwe trekhonden' sloeg op lagere Indo-ambtenaren, terwijl met 'blauwe bloedhonden' lagere Indo-militai...

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

blauwe

blauwe - Bijvoeglijk naamwoord 1. verbogen vorm van de stellende trap van blauw

2024-04-24
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

blauwe

bewaker (in de Bijlmerbajes) In 1998 opgetekend in de Penitentiaire Inrichting Over-Amstel (beter bekend als de Bijlmerbajes) door een blanke, hoogopgeleide man die daar toen gevangen zat. Naar het blauwe uniform dat de bewakers daar dragen.

2024-04-24
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

blauwe

Indo(-Europeaan); iemand van Indonesische afkomst. Destijds in Ned.-Indië meestal door volbloed Hollanders of totoks gebruikt. Soms ook binnen de indo-groep om een indo met wat te veel verbeelding op zijn nummer te zetten. Vaak wordt er een specificatie aan toegevoegd: blauwe trekhonden sloeg op lagere indo-ambtenaren, terwijl met blauwe bloed...

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

blauwe

m. of v. blauwen (kleurling, inz. in het mv.): Zeeuwse blauwen, aardappelsoort.

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

blauwe

(‘blouwә) (-n) blauw voorwerp of blauwe persoon nl. 1. m. blauwe aardappelsoort : Zeeuwse -n. 2. m. en v. kleurling(e).