blaasje
1) (1935) (havenarb. en spoorw.) (vooral te Rotterdam) korte (rook)pauze. 'Een blasie pikken': een korte rustpauze nemen tijdens het werk (onder spoorwegarbeiders: tijdens de rangeerdienst). Van 'blazen' in de zin van roken (dus: rookpauze) of van 'uitblazen'. • Klokslag elf namme we een blaasie. (Willem van Iependaal: Polletje Piekhaar...