Wat is de betekenis van bitterzoet?

bitterzoet - Bijvoeglijk naamwoord 1. van iets stoffelijks dat de smaak half bitter en half zoek is ♢ Wij aten een bitterzoete vrucht. 2. van iets onstoffelijks dat het zowel fijn als vervelend is, waar je zowel vrolijk als verdrietig van kan worden ♢ Met name de li...

zie: hennemoes.

→ Nachtschade.

(Solarium dulcamara): de stengels worden vroeg in het voorjaar of laat in het najaar geoogst. Aftreksel van ¼ tot hoogstens 1 gram bij huidklachten, psoriasis, kinkhoest, astma, reumatiek.

(Fr.: hounebeistdl). Plant. Overal op vochtige plaatsen, ook in de duinen. Kinderen kauwen de stengels (naam!).

tot de fam. der Solanaceae behorende, houtige, windende, in het wild voorkomende plant (z. Solanum dulcamara).

s.n., hounebeistâl, hounebeishout (it), bitterswiet (it), wyldewrang; vrucht van —, hounebei.

I. o., klimplant uit de fam. der Nachtschaden met hartvormige bladeren, paarse bloemen en rode bessen (Solanum dulcamara), ook elfrank geheten; II. bn., tegelijk bitter en zoet. BITTERZOUT o., zwavelzure magnesia, Engels zout.

(Solarium Dulcamara L.) is de naam van een in Nederland algemeen verspreide plantensoort, welker areaal zich overigens uitstrekt over het gematigde Europa en Azië en Noord-Afrika. Het is een heesterachtige plant met een vaak windende (rechts of links) kale stengel. De bladeren hebben dikwijls een hartvormige voet, maar de bovenste zijn...