Wat is de betekenis van Bisschopsstaf?

2024-04-18
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

bisschopsstaf

(sch.) mannelijk geslachtsdeel. Zie ook: met de bisschop rijden. • Aretino neemt daarbij geen blad voor de mond, integendeel, hij houdt een pleidooi voor klaar en duidelijk taalgebruik en steekt de draak met een al te verfijnd register: “Spreek vrijuit, zeg kont, pik, kut en naaien, want je zult alleen door professoren begrepen...

2024-04-18
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

bisschopsstaf

bisschopsstaf - Staven die op herdersstaven lijken en die worden gedragen door bisschoppen, abten of abdissen als symbolen van het pastorale ambt.

2024-04-18
Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Bisschopsstaf

zie Kromstaf.

2024-04-18
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

BISSCHOPSSTAF

ook kromstaf of kroots genoemd, is een liturgisch waardigheidsteken van bisschoppen en ook van abten: een lange, vergulde staf, die onderaan eindigt in een punt en bovenaan sierlijk is omgebogen; stammend van de herdersstaf, is hij een symbool van de herderlijke bevoegdheid van de bisschop en van zijn plicht om de kudde te leiden. Toen bisschoppen...

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bisschopsstaf

m. (...staven), lange staf, van boven omgebogen.

2024-04-18
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Bisschopsstaf

kromstaf of kroots (kruis), in het Latijn: baculus, is de erestaf, van onderen eindigend in een punt, meestal verguld en van boven sierlijk omgebogen, waarvan de bisschop zich bedient bij grote plechtigheden, ten teken, dat hij als een herder waken moet over de hem toevertrouwde gelovigen en ten teken van jurisdictie; vandaar ook eigen aan a...

2024-04-18
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bisschopsstaf

m. bisschopsstaven (kromstaf).

2024-04-18
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Bisschopsstaf

Bisschopsstaf - ook kromstaf of kroots, in de Oostersche zoowel als in de Westersche Kerk liturgisch waardigheidsteeken, in den dubbelen zin van herdersstaf en schepter; teeken derhalve ook van jurisdictie en aldus ook eigen aan abten. Wellicht door de laatsten het eerst gebruikt. Het eerst vermeld in Ierland (5e eeuw), dan in Spanje en in Gallië....

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-18
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bisschopsstaf

m. (-staven), staf van een bisschop die bestaat uit drie delen: bovenaan een kromming met daaronder een recht gedeelte dat beneden in een punt eindigt. De bisschopsstaf, ook baculus [Lat., stok, staf], oorspronkelijk een gewoon gebruiksvoorwerp ter ondersteuning bij het lopen of staan, later (het eerst binnen de kloosters) een teken van waardigheid...

Gerelateerde zoekopdrachten