bips
achterste. deel van het lichaam waarop men zit; billen; achterste; achterwerk. Voorbeelden: Gobelin zag hem over de houten zitting van de oude stoel heen en weer schuiven. Straks haalt-ie nog een splinter in zijn bips, dacht hij. Heere Heeresma, Heeresma helemaal, 1978 Karen en Tina vinden dat er best enkele kilootjes af kunn...