Wat is de betekenis van binnenkomen?

(1906) (Barg.) gearresteerd worden; in de gevangenis geraken. • (Köster Henke: De boeventaal. 1906) • (J.G.M. Moormann: De geheimtalen: Bronnenboek. 1934) • (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937) • (Enno Endt: Een taal van horen zeggen. Bargoens en andere ongeschreven sterke taal. 1969)

binnenkomen - Werkwoord 1. ergatief een ruimte betreden (vanuit die ruimte gezien) ♢ Wij kwamen een grote kamer binnen. ♢ Kom toch snel binnen en blijf niet zo buiten staan. Woordherkomst samenstelling van binnen en komen

binnenkomen - onregelmatig werkwoord uitspraak: bin-nen-ko-men 1. ergens in gaan ♢ komt u binnen, dokter Jansen Onregelmatig werkwoord: bin-nen-ko-men ik kom binnen (... ik binnenkom) ...

1. Van een contract: gemaakt worden. 2. Van een kaart: een (soms onverwachte) slag maken met deze kaart.

v., (der) ynkomme; haastig —, der yn setten komme; even bij iem. —, by immen ynkypje.

...

(kwam binnen, is binnengekomen), 1. in een al of niet genoemde ruimte (inz. kamer, huis, of stad) komen; in de haven komen (van schepen); 2. in ontvangst genomen, verkregen worden; dat geld komt aardig binnen, ontvang ik zonder moeite.

in de gevangenis geraken.

('binnәn) (kwam binnen, is binnengekomen) 1. binnen een bepaalde ruimte komen: kom even binnen (in huis); het schip kan niet (in de haven). 2. ontvangen worden: dat geld komt aardig, gemakkelijk binnen.