Wat is de betekenis van binnenhalen?

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

binnenhalen

(1983) (comp.) (bestanden) downloaden. • MCP levert voor in totaal 50 scholen de computers. Op iedere school wordt een uitgebreide computer voor de leraar en 7 eenvoudigere systemen voor de leerlingen geplaatst. Deze Aster computer zal ook programma's via een telefoonlijn kunnen binnenhalen. (NRC Handelsblad, 29/06/1983) &bull...

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

binnenhalen

binnenhalen - Werkwoord 1. (ov) vis of netten binnenboord brengen De netten waren nog niet helemaal binnengehaald. 2. (ov) iets binnen het huis brengen Ik heb de was binnengehaald omdat het dreigt te gaan regenen. 3. (ov) Geld inzamelen of verd...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

binnenhalen

binnenhalen - regelmatig werkwoord uitspraak: bin-nen-ha-len 1. met veel moeite te pakken krijgen ♢ hij heeft een behoorlijke winst binnengehaald 2. in een afgesloten ruimte halen ♢ wil jij even...

2024-04-19
Politiek woordenboek

Marco Bunge (1985)

Binnenhalen

Vruchten van het politieke spel oogsten. Zo wordt gezegd dat de minister van Financiën erin is geslaagd bepaalde bezuinigingen binnen te halen, wat wil zeggen dat de ministerraad met zijn/haar bezuinigingsplannen akkoord is gegaan. Bij de onderhandelingen tussen kamerfracties, bij voorbeeld over een regeerakkoord, proberen partijen eveneens be...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Binnenhalen

v., ynhelje, ynkrije, ynwinne; (van hooi), ynhaeije; (van graan) nôtride, -menne; met de wagen —, ynride.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Binnenhalen

(haalde biimen heeft binnengehaald), binnenshuis, binnenskamer, binnen de stad, binnen een kring van personen halen; in de haven halen (van schepen); in zijn bezit krijgen; de oogst binnenhalen, de vruchten van de akker halen.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

binnenhalen

('binnәn) ) (haalde binnen, heeft binnengehaald) 1. binnen een bepaalde ruimte halen, brengen: een voorbijganger (in huis) -; de oogst (in de schuur) -; een schip (in de haven) -. ➝ paard. 2. nuttigen: hij kan wat -! 3. in zijn bezit krijgen: hij heeft de overwinning binnengehaald.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Binnenhalen

(haalde binnen, heeft binnengehaald), binnenshuis, binnenskamers, binnen de stad, binnen een kring van personen halen; aan boord halen; in de haven halen (van schepen); in zijn bezit krijgen; de oogst binnenhalen, de vruchten van de akker halen.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Binnenhalen

BINNENHALEN, (haagde binnen, heeft binnengehaald), binnenshuis, binnenskamer, binnen de staa halen; in de haven halen (van schepen); — iets binnenhalen, in zijn bezit krijgen; — de oogst binnenhalen, de vruchten van den akker halen.