Wat is de betekenis van bindend?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bindend

bindend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanbinden bindend - Bijvoeglijk naamwoord 1. dwingend, niet vrij opzegbaar Dit is een bindend contract dat alleen door een rechterlijke uitspraak ontbonden kan worden. Na het eerste jaar krijgt de studen...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bindend

bindend - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: bin-dend 1. waar je aan vast zit ♢ deze overeenkomst is bindend Bijvoeglijk naamwoord: bin-dend de/het bindende ...

2024-04-25
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Bindend

bindend; für die Gerichte bindend sein, kracht van gewijsde hebben.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bindend

bn., verplichting opleggend, niet vrij opzegbaar: bindende voorschriften; een bindende overeenkomst, een rechtsgeldige overeenkomst, waarvan de nakoming kan worden gevorderd: een overeenkomst met ongeoorloofde oorzaak of in strijd met de goede zeden is niet bindend.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bindend

bn., verplichting opleggend, niet vrij opzegbaar: bindende voorschriften; een bindende overeenkomst, een rechtsgeldige overeenkomst, waarvan de nakoming kan worden gevorderd.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)