bind
bind - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binden ♢ Ik bind 2. gebiedende wijs van binden ♢ bind! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binden ♢ bind je?
Wiktionary (2019)
bind - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binden ♢ Ik bind 2. gebiedende wijs van binden ♢ bind! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binden ♢ bind je?
Henk Biemond (1985)
(1) Een verzoek om het tot stand brengen van een sessie tussen twee logische eenheden (SNA). (2) Bij een massageheugen is dit een kenmerk van een gegevensverzameling, waarmee deze gegevensverzameling op één of meer direct toegankelijke geheugeneenheden kan worden opgeslagen totdat de desbetreffende gegevensverzameling door de gebruike...
H.J. Terblanche - M.A., D. Litt
gebind, vasmaak (met tou, ens.); verenig; beperk; vashou; van band voorsien (boek); dikker maak (sop); styf word.
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I (in)binden, verbinden, verplichten; omboorden, beslaan; constiperen; bind apprentice, als leerling besteden; bind over, (onder borgstelling) verplichten, zich voor het gerecht te verantwoorden; bind up, verbinden, samen-, inbinden; zie ook: bound; II binden, pakken III boogje.
I.M. Calisch (1864)
Bind, o. (-en), (B. BINDTE), (bouwk.) dwarsbalk. *-BALK, m. (-en), hoofdbalk. *-EN, bw. ong. (ik bond, heb gebonden), vastmaken, -hechten; iem. de handen -, (ook fig.) iem. in alles belemmeren; bezems -; aan schoven -; met touwen -; een boek -, er eenen band om leggen; (fig.) iem. iets op het hart -, op zijn geweten geven; ik wil daaraan niet gebo...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: