Wat is de betekenis van billen?

billen - Werkwoord 1. (ov), (molenaarsambacht) het aanscherpen van de groeven in de molenstenen ♢ De stenen moeten gebild worden en dat is een tijdrovend karwei. billen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bil

Het hakken van groeven (uitslag, bodemsel) in het maalvlak van de molenstenen. Gebeurde vroeger elke 2 à 3 weken; na ca. 20 jaar waren de stenen versleten. Via de groeven wordt het graan tussen de stenen gebracht, het graan wordt vervolgens vermalen en het meel verdwijnt via de groeven naar de gereedstaande zakken.

billen - zelfstandig naamwoord uitspraak: bil-len 1. gedeelte van het lichaam waar je op zit ♢ zij gaf hem een tik voor zijn billen Zelfstandig naamwoord: bil-len Synoniemen achterste, achterwerk, bips, kont, krent, reet, zitvlak

Het hakken van groeven (uitslag, bodemsel) in het maalvlak van de molenstenen. Gebeurde vroeger elke 2 à 3 weken; na ca. 20 jaar waren de stenen versleten. Via de groeven wordt het graan tussen de stenen gebracht, het graan wordt vervolgens vermalen en het meel verdwijnt via de groeven naar de gereedstaande zakken.

billen - beslapen, (van de man) geslachtsgemeenschap hebben met, Al die haer billen Zijn gewent tot pillen, En sien door brillen, En mogen geen jonge vrouwen billen, CATS, Spiegel 1. 86 [ed. 1632].

zie bellen.

het uitkanten van molenstenen.

v., bilje.

(bilde, heeft gebild), de groeven op de maalvlakte der molenstenen scherpen, kanten.