Wat is de betekenis van bijzijn?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bijzijn

bijzijn - Zelfstandignaamwoord 1. in het ~: in aanwezigheid van iemand In het bijzijn van vrijwel alle ouders zongen de kinderen van het kinderkoor een kerstlied op het toneel. Woordherkomst samenstelling van bij en zijn

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bijzijn

bijzijn - zelfstandig naamwoord uitspraak: bij-zijn 1. het ergens zijn ♢ hij ontving de beker in het bijzijn van de koningin Zelfstandig naamwoord: bij-zijn het bijzijn Synoniemen aanwezigheid, present...

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bijzijn

s.n., bywêzen (it).

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bijzijn

o., tegenwoordigheid : in bijzijn van ; iemands bijzijn niet kunnen verdragen.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bijzijn

o. (tegenwoordigheid): in het bijzijn van.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bijzijn

('bij) o. tegenwoordigheid: in (het) van iemand.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

bijzijn

bijzijn - o., tegenwoordigheid: in (het) — van; iemands — niet kunnen verdragen.

2024-04-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bijzijn

BIJZIJN, o. in bijzijn van, in tegenwoordigheid van.