Wat is de betekenis van bijeen?

2025-06-18
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-06-18
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-06-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bijeen

bw., geeft te kennen, dat twee of meer zelfstandigheden dicht in elkanders nabijheid zijn; soms ook dat zij een zekere eenheid, een groep vormen: de huizen van dit dorp staan dicht bijeen (vgl.: de meeste huizen dezer rij staan dicht aaneen); ik heb nog nooit zo’n verzameling bijeen gezien. In de spreekt, is bij elkaar gewoner. Bijeen komt me...

2025-06-18
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bijeen

bijeen - Bijwoord 1. bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord: tezamen in een groep bijeenzijn: Zij waren die dag bijeen om het jubileum te vieren. 2. in elkaars nabijheid Alles bijeen zal het dus wel op een kleine 100 regels neerkomen....

2025-06-18
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bijeen

bijeen - bijwoord uitspraak: bij-een 1. bij of met elkaar ♢ we zaten gezellig bijeen rond het vuur Bijwoord: bij-een Synoniemen gezamenlijk, samen, tezamen Tegenstellingen afzonderlijk, alleenstaand, apart

2025-06-18
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

bijeen

(bw.) bij elkaar. Het kernkabinet komt dan bijeen. - FET, 25-03-2003 - alles bijeen, alles bij elkaar genomen, alles welbeschouwd. ‘We hebben gekregen waarvoor we zijn gekomen’, wist Wetteren-trainer Wim xxx. ‘Voor hetzelfde geld bleven we met lege handen achter. Al vind ik dit gelijkspel alles bijeen billijk.’ - L...

2025-06-18
Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

BIJEEN

maandblad internationale samenleving godsdienst en onderwijs, uitgave van de stichting Gezamenlijke Missiepubliciteit, eerst gevestigd te Deurne, sinds 1984 in ’s-Hertogenbosch. De stichting komt ook met boekuitgaven.

2025-06-18
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

bijeen

In de gesproken standaardt. bijna steeds: bij elkaar; - in de verb. alles bijeen, alles welbeschouwd, over ’t geheel genomen. (Gall., naar fr. somme toute). Alles bijeen toch een ruime wagen waarvan de instap bovendien vlot gaat, Touring 12/2/1978, p. 7.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-06-18
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bijeen

adv., byinoar, gear.