Wat is de betekenis van bijbaantje?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bijbaantje

bijbaantje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bijbaan

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bijbaantje

o. (-s), baantje, betrekking naast de eigenlijke betrekking.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bijbaantje

o. bijbaantjes (bijbetrekking, bijpostje of bij ambtje): op bijbaantjes azen.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bijbaantje

('bij) o. (-s) baantje naast de eigenlijke betrekking : op -s azen.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bijbaantje

BIJBAANTJE, o. (-s), baantje, betrekking naast de eigenlijke betrekking die meer inkomsten geeft.