BIG
Big
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip big heeft 2 verschillende betekenissen: 1) jong van een varken. jong, nog onvolwassen varken; jong van een varken. 2) jong van een wild zwijn. jong, nog onvolwassen wild zwijn; jong van een wild zwijn.
Marc De Coster (2020-2024)
1) (1895) (scheldw.) leerling van een school, hoger dan de volksschool. • big; bigge (onzijd.), verkleinw. biktje, bigtje; letiense biggen, schertsenderwijs voor: leerlingen eener Latijnsche school; franse biggen: op eene zoogenaamde Fransche school gaande leerlingen. (H. Molema: Woordenboek der Groningsche volkstaal, in de 19de eeuw. 1895) &...
Wiktionary (2019)
big - Zelfstandignaamwoord 1. (veeteelt) (zoogdieren) een jong van het varken ♢ Zij vindt biggetjes erg schattig. Verwante begrippen zeug, beer, barg
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: