Wat is de betekenis van bidstoel?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bidstoel

bidstoel - Zelfstandignaamwoord 1. een stoel waarop men kan zitten en als men de zitting opklapt op kan knielen om te bidden. Vlak bij de biechtstoel stonden enkele bidstoelen zodat men na de biecht direkt zijn penitentie kon doen. Woordherkomst samenstelling van bid en stoel

2024-03-29
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

bidstoel

bidstoel - Stoelen die een hoge rugleuning hebben waar een lessenaar bovenop is geplaatst, zodat de stoel als preekstoel kan worden gebruikt bij diensten in de open lucht of in privéhuizen.

2024-03-29
De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Bidstoel

zie Prie-dieu.

2024-03-29
Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Bidstoel

stoel met een tot knielbankje verlaagde zitting of met opklapbare zitting en afzonderlijk knielbankje, te gebruiken bij het geknield bidden.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bidstoel

m. (-en), (R.-K.) kerkstoel die tevens als knielbank kan gebezigd worden.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bidstoel

m. bidstoelen (kerkstoel, zitstoel met bidbank).

2024-03-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Bidstoel

Bidstoel - of knielstoel (Lat. genuflexorium), stoel met een tot knielbankje verlaagde zitting, ten gebruike, ook in de liturgie, bij het geknield bidden.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bidstoel

('bit) m. (–en; –tje) Kat. (kerk)stoel om op te bidden.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bidstoel

m. (-en), kerkstoel, zitstoel met knielbankje.