Wat is de betekenis van Biatlon?

2024-04-25
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

biatlon

wedstrijd met twee onderdelen. als wintersport: wedstrijd met als onderdelen langlaufen en schieten; als zomersport: wedstrijd met als onderdelen hardlopen en schieten. Voorbeelden: De oorsprong van biatlon ligt bij de jacht. De prehistorische jagers gingen met speer en pijl en boog op jacht naar wilde dieren. In de zomer deden ze da...

2024-04-25
Ensie Encyclopedie

Redactie Ensie (2022)

Biatlon

Een biatlon is een langlaufwedstrijd waarbij deelnemers via een parcours moeten langlaufen en op sommige plekken op schijven schieten. Net zoals een duatlon en een triatlon is het een wedstrijd waarbij meerdere sporten worden gecombineerd, in dit geval twee. Het aantal gemiste doelen is van invloed op de eindtijd van een deelnemer. Tijdens de lang...

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

biatlon

biatlon - Zelfstandignaamwoord 1. een skisport waarbij de deelnemers op bepaalde punten in een langlaufcircuit met een geweer op een doel moeten schieten

2024-04-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Biatlon

[v. Lat. bi- = twee, en Gr. athlos = wedstrijd; vgl. atleet] lett.: tweekamp; skiwedstrijd (langlauf) met tegelijkertijd een schietwedstrijd.

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Biatlon

wintersport bestaande uit langlaufen en schieten

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Biatlon

m. (-s), tak van wintersport bestaande uit een wedstrijd met twee onderdelen, nl. een langlauf over 10 km of 20 km en geweerschieten op doelen op 150 m.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie supplement

Oosthoek (1972)

Biatlon

m. (-s), tak van wintersport bestaande uit een wedstrijd met twee onderdelen, nl. een langlauf over 10 km of 20 km en geweerschieten op doelen op 150 m.

2024-04-25
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten