bezwaarde
bezwaarde - Werkwoord 1. enkelvoud verleden tijd van bezwaren ♢Ik bezwaarde ♢Jij bezwaarde ♢Hij, zij, het bezwaarde bezwaarde - Bijvoeglijk naamwoord 1. verbogen vorm van de stellende trap van bezwaard
Wiktionary (2019)
bezwaarde - Werkwoord 1. enkelvoud verleden tijd van bezwaren ♢Ik bezwaarde ♢Jij bezwaarde ♢Hij, zij, het bezwaarde bezwaarde - Bijvoeglijk naamwoord 1. verbogen vorm van de stellende trap van bezwaard
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m./v. (-n), 1. persoon die zich bezwaard voelt; 2. erfgenaam wie bij erfstelling over de hand is opgelegd de erfenis uit te keren aan de verwachters (zie fideï-commis); 3. lid van een gereformeerde kerk die in verzet komt tegen bepaalde bindende uitspraken van de synode, veelal inzake belijdenis vragen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: