bezorgen
bezorgen - Werkwoord 1. (ditr) iemand iets ~: bij iemand aan huis afleveren ♢ Hij kreeg een groot pak bezorgd. 2. (ov) bij iemand veroorzaken ♢ Je bezorgt me hartkloppingen met dat lawaai. 3. (ov) goederen op een bepaalde plaats brengen, bes...