Wat is de betekenis van bezit?

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bezit

bezit - Zelfstandignaamwoord 1. datgene wat men bezit of hebt De auto was niet zijn bezit. 2. (juridisch) het houden of genieten van een zaak, die iemand in persoon, of door een ander in zijn macht heeft, alsof zij hem toebehoorde bezit - Werkwoord 1. enkelvoud tegenwoordige...

2024-03-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bezit

bezit - zelfstandig naamwoord uitspraak: be-zit 1. wat van jou is, waar je eigenaar van bent ♢ het huis is in mijn bezit Zelfstandig naamwoord: be-zit het bezit Synoniemen bezitting, eigendom, have

2024-03-28
Woordenboek van het Kadaster

Kadaster (2017)

Bezit

Een bezit is het houden van een goed voor zichzelf.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Woordenboek Nederlandse termen van Bibliotheek en documentaire informatie

dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)

bezit

zie: bibliotheekbezit.