Wiktionary (2019)
bezield - Bijvoeglijk naamwoord 1. enthousiast 2. levend en met een eigen wil ♢ Uit niets, de onbezielde materie, ontstaat opeens iets, wat leeft bezield - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van bezielen Woordherkomst Voltooid deelwoord van bezielen Antoniemen onb...
Muiswerk Educatief (2017)
bezield - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: be-zield 1. heel enthousiast ♢ we zagen een bezield optreden van die toneelspelers Bijvoeglijk naamwoord: be-zield ... is bezielder dan ... het...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. (-er, -st), 1. geïnspireerd: een bezield dichter oj redenaar, vol vuur ; — bezielde taal, vurige, treffende taal; 2. levend : de bezielde natuur, het dierenrijk.
M. J. Koenen's (1937)
bn. (vol vuur, verhevenheid, geestdrift): bezielde taal, een bezield spreker, een bezield dichter.
Jozef Verschueren (1930)
(bə'zi:lt) bn. en bw. (–er, –st) 1. levend : de mensen, de dieren en de planten vormen de –e natuur. 2. vol vuur en verhevenheid : een – dichter; een –e taal; – spreken.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. (-er, -st), 1. geïnspireerd: een dichter of redenaar, vol vuur; bezielde taal, vurige, treffende taal; 2. levend: de bezielde natuur, het dierenrijk.
J.H. van Dale (1898)
BEZIELD, bn. (-ei, -st), een bezield dichter of redenaar, een dichter of redenaar vol vuur en verhevenheid; — bezielde taal, vurige, verheven, treffende taal; — bezielde natuur, het dierenrijk.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
