Wat is de betekenis van Bezadigdheid?

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bezadigdheid

s., lykmoedigens, evenredigens, bidêstens, dimmenens.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bezadigdheid

v., bedaardheid, kalmte van gemoed, inz. als gevolg van leeftijd en ondervinding : met bezadigdheid te werk gaan.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bezadigdheid

v. Syn. bedaardheid.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bezadigdheid

v., bedaardheid, kalmte van gemoed, m.n. als gevolg van leeftijd en ondervinding: met bezadigdheid te werk gaan.

2024-04-20
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Bezadigdheid

De eigenschap van bezadigd zijn, met kalm overleg te werk gaan, door gematigd optreden sussen; op ervaring berustende, berekenende gematigdheid, het kenmerk van elk optreden dat boven alles bedoelt voorloopig tevreden te stellen.

2024-04-20
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Bezadigdheid

zie Bedaardheid.