Wat is de betekenis van bewoning?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bewoning

bewoning - Zelfstandignaamwoord 1. de permanente aanwezigheid van een bepaalde plaats Er is al bewoning vastgesteld in het 9e millennium v.Chr. Woordherkomst Naamwoord van handeling van bewonen met het achtervoegsel -ing.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bewoning

v., het bewonen : ongeschikt voor bewoning.

2024-04-20
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Bewoning

Bewoning - (Belg. Recht). Het recht van b. is een zakelijk recht, dat aan den rechthebbende het ➝ gebruik verleent van een ➝ onroerend goed, gebruik, dat echter beperkt is tot zijn persoonlijke noodwendigheden en tot die van zijn gezin. Dit recht kan door den bewoner niet afgestaan worden, noch geheel, noch gedeeltelijk. Voor Ned., ➝ Recht van bewo...

2024-04-20
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bewoning

Bewoning. Krachtens de Woningwet moet de gemeenteraad voorschriften vaststellen nopens behoorlijke bewoning (art. 1). Art. 7 voorziet in het geval, dat de raad zulks nalaat. — Deze voorschriften kunnen verschillend zijn, naar gelang van den aard en de bestemming der woningen, alsmede van hare ligging. Bij die voorschriften kunnen eischen worden ges...

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bewoning

v., het bewonen: ongeschikt voor bewoning.

2024-04-20
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Bewoning

Het bewonen (van wonen), gebruik maken van een door overeenkomst verkregen recht ergens te wonen, verblijf te houden. Recht van bewoning Het recht van B. is een zakelijk recht, hetwelk verkregen wordt en te niet gaat op dezelfde wijze als het vruchtgebruik (zie aldaar), en de verplichtingen daaraan verbonden zijn ook toepasselijk op het recht van...

2024-04-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)