beweeglijk
...
Wiktionary (2019)
beweeglijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. met gemak bewegend ♢ De krasse bejaarde is nog steeds zo energiek en beweeglijk als een achttienjarige. Woordherkomst Afgeleid van de stam van bewegen met het achtervoegsel -lijk.
Muiswerk Educatief (2017)
beweeglijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: be-weeg-lijk 1. wie graag en veel beweegt ♢ de kinderen van deze klas zijn erg beweeglijk 2. wat beweging toelaat ♢ tussen auto en aanhangwagen zit...
Fa. A.J. Osinga (1952)
adj., biweechlik, rank, wif sportich; zeer —, sa gau, fluch, réd as wetter, as de wyn; — persoon, fljoch om it hear
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st), 1. beweging toelatend : die beenderen zijn beweeglijk verbonden . — (w. g.) beweeglijk goed, roerend goed ; 2. zich gaarne en veel bewegend: kinderen zijn beweeglijk van aard ; — hij is beweeglijk van gelaat, zijn gemoedsaandoeningen tekenen zich dadelijk op zijn gelaat af; — van de...
M. J. Koenen's (1937)
bn. (1 levendig, druk; ongunstig ook: wuft, veranderlijk; 2 licht geroerd, bewogen): 1. die jongen is nogal beweeglijk; 2. een beweeglijk gemoed, licht bewogen.
Jozef Verschueren (1930)
bn. en bw. (-er. -st) 1. beweging toelatend: de benen zijn verbonden. 2. zich gaarne bewegend: kinderen zijn -. 3. vatbaar voor indrukken: een gemoed. 4. indrukken snel openbarend: een gelaat. 5. onstandvastig: een karakter.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. en bw. (-er, -st), 1. beweging toelatend: beweeglijke koppeling; 2. zich graag en veel bewegend: kinderen zijn beweeglijk van aard; van de geest: gemakkelijk van het een op het ander overgaand; 3. vatbaar voor indrukken: een beweeglijk gemoed.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: