bevoegd
...
Wiktionary (2019)
bevoegd - Bijvoeglijk naamwoord 1. officieel gerechtigd zijn iets te doen ♢ Je zult in gevallen van twijfel contact moeten opnemen met het bevoegd gezag. ♢ Iemand jonger dan 18 is niet bevoegd om een motorvoertuig te besturen. Antoniemen on...
Muiswerk Educatief (2017)
bevoegd - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: be-voegd 1. ergens diploma's voor hebben ♢ hij is bevoegd om les te geven 2. het recht hebben om iets te doen ♢ ik ben niet bevoegd om daarover te oord...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. (-er, -st), door de wet of enig erkend gezag tot iets (dat genoemd wordt of uit het verband blijkt) gerechtigd: de bevoegde ambtenaar; bevoegd zijn een vak te onderwijzen ; van iets aan de bevoegde macht kennis geven, wier taak en wier recht het is daarvan kennis te nemen; — in vrijer gebruik : door kennis en ervaring...
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (gerechtigd, gemachtigd, door de wet of enig erkend gezag, door kennis, ervaring): niet bevoegd om; volledig de bevoegde macht; van bevoegde zijde.
Jozef Verschueren (1930)
bn. en bw. (-er, -st) 1. wegens aanstelling gemachtigd: de -e ambtenaar; om. 2. wegens bekwaamheid het recht op iets hebbend: een beoordelaar; ik reken mij niet over recht mee te spreken; van -e zijde. Syn. gerechtigd, ge(vol)machtigd.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. (-er, -st), door de wet of enig erkend gezag tot iets (dat genoemd wordt of uit het verband blijkt) gerechtigd: de bevoegde ambtenaar; bevoegde rechter, rechter in België, zie rechterlijke inrichting; volledig bevoegde leerkrachten; van iets aan de bevoegde macht kennis geven, wier taak en wier recht het is daarvan kennis te nemen; (in vri...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: