bevaarbaar
bevaarbaar - Bijvoeglijk naamwoord 1. breed, diep en stromingsarm genoeg om bevaren te worden ♢ Veel rivieren in Europa zijn met allerlei aanpassingen, zoals de aanleg van sluizen, bevaarbaarder gemaakt. Woordherkomst Naamwoord van handeling van bevaren met het achtervoegsel -baar.